HD ( =
Heupdysplasie)
HD oftewel
heupdysplasie is een aandoening die bij de Kuvasz voor kan komen. Door
een goed beleid te handhaven binnen onze rasvereniging (Kuvasz Vereniging
Nederland oftewel KVN) en in vrijwel alle rasverenigingen in de omringende
landen van de Kuvasz hebben we van dit fenomeen binnen ons ras gelukkig weinig
problemen.
In
tegenstelling tot het onder genoemde schema waarin aangeraden wordt om met
bepaalde rassen pas vanaf 18 maanden de honden te laten röntgenen is het ook
aan te raden om de Kuvasz pas vanaf 18 maanden te laten röntgenen.
Heupdysplasie
(Bron: Raad van
Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, 2004)
Heupdysplasie
(HD) is een door erfelijke factoren en uitwendige invloeden bepaalde
ontwikkelingsstoornis van de heupgewrichten. Sommige honden ondervinden hiervan
ernstige hinder. Er zijn echter ook honden met meer of minder ernstige
misvormingen van de heupgewrichten, die daarvan geen last lijken te
hebben.
De beoordeling
van het gangwerk van deze honden geeft onvoldoende informatie over de toestand
van de heupgewrichten. Meer informatie hierover kan worden verkregen door het
maken van röntgenfoto's van de heupgewrichten.
Het
Beoordelingspanel
Eén van de
taken van het HD-panel van de Raad van Beheer, Gezondheid, Gedrag en Welzijn (GGW), is
de beoordeling van röntgenfoto's van de heupgewrichten van honden. De röntgenfoto's,
de zogenaamde HD-foto's kunnen in principe door iedere praktiserende dierenarts
die een overeenkomst met GGW, heeft gesloten worden gemaakt.
Voor de
gegevens van een dierenarts bij u in de buurt kunt u bellen met de Raad van
Beheer, afdeling GGW, telefoon 0900-7274663.
Conform de
regels van de F.C.I. dient de hond voor het laten maken van HD-röntgenfoto's minimaal
12 maanden oud te zijn. Voor enkele grote rassen, die pas later volgroeid zijn,
geldt een verplichte minimumleeftijd van 18 maanden.
De minimum
leeftijd van 18 maanden geldt voor de rassen:
|
Berghond van
de Maremmen |
|
Bordeaux Dog |
|
Bullmastiff |
|
Duitse Dog |
|
Landseer E.C.T. |
|
Leonberger |
|
Mastiff |
|
Mastino
Napolitano |
|
Newfoundlander |
|
Pyrenese
Berghond |
|
Sint Bernhard |
HD-foto's
worden gezamenlijk beoordeeld door een in samenstelling wisselend panel van drie
deskundige beoordelaars. Een zo objectief mogelijke beoordeling van de foto's
die voor de HD-bestrijding onontbeerlijk is, wordt daarmee zo goed mogelijk
gewaarborgd.
De beoordeling
van HD-foto's heeft ten doel informatie te verschaffen aan fokkers en
rasverenigingen die gegevens over heupdysplasie in hun selectieprogramma willen
gebruiken.
Röntgenfoto's
die bij GGW binnenkomen worden, nadat de beoordelingskosten door GGW zijn
ontvangen, in de daaropvolgende week, beoordeeld. De uitslag wordt daarna zo
spoedig mogelijk verzonden, tenzij de foto niet aan de technische eisen voldoen.
HD-foto
Voor een goede
beoordeling van de heupgewrichten is een röntgenfoto van de hond in rugligging
nodig, waarbij de hond exact recht moet liggen. Ter wille van de betrouwbaarheid
van de beoordeling worden er hoge eisen gesteld aan de kwaliteit en de
documentatie (identificatie) van deze röntgenfoto.
Wanneer niet
aan deze eisen is voldaan, krijgt de dierenarts die de röntgenfoto heeft
gemaakt, daarvan bericht met een aantekening over hetgeen eraan mankeert en met
een verzoek om een nieuwe opname te maken. Een dergelijk verzoek wordt direct na
de beoordeling van de röntgenfoto verzonden en is dus uiterlijk twee weken na
ontvangst van de foto bij de dierenarts.
Deze moet dan
contact opnemen met de eigenaar van de hond om een afspraak te maken voor het
maken van een nieuwe HD-foto. Het beoordelen van deze nieuwe foto wordt niet
opnieuw in rekening gebracht.
Rapport-Heupdysplasie-Onderzoek
Op het
Rapport-Heupdysplasie-Onderzoek treft u de definitieve beoordeling aan, de
F.C.I.-beoordeling, en een aantal gegevens die een verklaring geven voor de
definitieve beoordeling.
De aanduiding HD
A betekent dat de hond röntgenologisch vrij is van heupdysplasie, wat
echter niet betekent dat de hond geen "drager" van de afwijking kan
zijn.
HD B
(=overgangsvorm) betekent dat op de röntgenfoto's geringe veranderingen zijn
gevonden, die weliswaar toegeschreven moeten worden aan heupdysplasie, maar
waaraan in het kader van de fokkerij geen direkte betekenis kan worden
toegekend.
De aanduiding HD
C (=licht positief) of HD D (=positief) betekent dat bij de hond
duidelijke veranderingen, passend in het ziektebeeld van HD zijn gevonden.
Wanneer de
heupgewrichten ernstig misvormd zijn wordt dit aangegeven met HD E
(=positief in optima forma).
F.C.I.-beoordeling
De
F.C.I.-beoordeling is een weergave van de HD-beoordeling naar een internationaal
geldende code, waardoor het mogelijk wordt de HD-uitslagen uit bij de F.C.I.
aangesloten landen te vergelijken.
De
beoordeling van onderdelen
Bij de
beoordeling van HD-foto wordt gelet op de vorm van de heupkommen en de
heupkoppen, de diepte van de heupkommen, de aansluiting van de heupkoppen in de
heupkommen, en de aanwezigheid van botwoekeringen langs de randen van de
heupgewrichten.
Informatie
over de diepte van de heupkommen en de aansluiting van de koppen in de kommen
wordt onder andere verkregen uit de zogenaamde "Norbergwaarde". De
Norbergwaarden van linker en rechter heupgewricht worden bij elkaar opgeteld en
geven samen de op het rapport vermelde "som Norbergwaarden".
Bij een
normaal heupgewricht is de Norbergwaarde minstens 15, de som van de
Norbergwaarden van beide heupen derhalve minstens 30. Honden met een te lage
Norbergwaarde hebben dus ondiepe heupkommen en/of een slechte aansluiting van de
gewrichtsdelen. Deze honden zullen dus een minder gunstige HD-beoordeling
krijgen.
Een normale of
zelfs hoge Norbergwaarde betekent echter niet zonder meer dat de
betreffende hond goede heupgewrichten heeft. Een combinatie van diepe heupkommen
en incongruentie van de gewrichtsspleet (een niet overal even brede
gewrichtsspleet) of onvoldoende aansluiting van de gewrichtsdelen kan, zelfs bij
een hoge Norbergwaarde, leiden tot een (licht)-HD-positief beoordeling.
Op het
formulier wordt dit duidelijk gemaakt door het aankruizen van
"onvoldoende" of "slechte" aansluiting. Ook wordt informatie
over de diepte van de heupkommen verkregen door te beoordelen hoe het centrum
van de heupkop ligt t.o.v. de bovenrand van de heupkom. Naast de Norbergwaarde,
de diepte van de heupkommen en de aansluiting van de gewrichtsdelen, wordt de
uitslag ook beīnvloed door de aanwezigheid van "bot-afwijkingen".
Er is een
rechtstreekse koppeling tussen de ernst van de bot-afwijkingen en de uitslag:
zeer lichte bot-afwijkingen (1) leiden tot de beoordeling HD B, lichte (2)
bot-afwijkingen leiden tot de beoordeling HD C, en ernstige (3) bot-afwijkingen
leiden tot de beoordeling HD D.
De aanduiding
"vormveranderingen" betreft meestal een meer of minder duidelijke
afvlakking van de voorste rand van de heupkom. De aanwezigheid hiervan wordt wel
vermeld, maar heeft indien dit de enige bemerking is over het gewricht, in het
algemeen geen doorslaggevende betekenis voor de einduitslag.
De
Norbergwaarde
Van beide heupkoppen (1)
wordt het middelpunt bepaald en deze middelpunten worden
verbonden door een lijn. In beide heupgewrichten wordt vanuit dit
middelpunt een lijn langs de voorste rand van de heupkom (2) getrokken.
De hoek (3) die beide lijnen in het middelpunt van de heupkop met elkaar
maken, minus 90, geeft de Norbergwaarde van het betreffende
heupgewricht. De Norbergwaarden van linker en rechter gewricht bij
elkaar opgeteld geeft de "som Norbergwaarden", die op het
rapport vermeld is.
|
|
HD-beoordeling
Alle gegevens
samen bepalen de definitieve beoordeling, waarbij het ongunstigste onderdeel
uiteindelijk de doorslag geeft. Een bepaalde HD-beoordeling kan bepaald zijn
door uitsluitend de diepte van de heupkommen, door de aansluiting van de
gewrichtsdelen, de aanwezigheid van botwoekeringen, of door een combinatie
van twee of alle drie onderdelen, en dit is weer te herleiden uit de
verschillende gegevens zoals die op het certificaat zijn vermeld.
Het
herhalen van HD-onderzoek
Iedere
eigenaar kan na verloop van minimaal 1 jaar opnieuw een HD-onderzoek laten
verrichten. De uitslag, die daarbij tot stand komt, zal de eerder gegeven
uitslag vanaf dat moment gaan vervangen.
Herhaling van
onderzoek heeft in het algemeen slechts zin bij honden, welke op een leeftijd
van 1 ā 1,5 jaar werden onderzocht, en waarbij een lichtpositieve uitslag op
grond van een slechte aansluiting, met al dan niet een bijbehorende lage
Norbergwaarde tot stand kwam, terwijl er geen botafwijkingen werden vastgesteld.
Uw hond en
HD
Eigenaren van
honden waarvan een officiële HD-foto is gemaakt vragen de dierenarts die de
foto gemaakt heeft nogal eens naar zijn of haar mening over de toestand van de
heupgewrichten. Wanneer de eerste indruk van de dierenarts milder is dan de
uiteindelijke definitieve uitslag, kan dit aanleiding zijn tot teleurstelling
bij de eigenaar van de hond.
GGW adviseert
dierenartsen daarom geen uitspraken te doen over de toestand van de
heupgewrichten. Van honden die niet vrij blijken te zijn van heupdysplasie,
maar die hiervan geen uiterlijke verschijnselen tonen, kan op grond van
deze foto niet voorspeld worden of ze vroeger of later problemen kunnen krijgen.
Ook wanneer
vrij duidelijke misvormingen worden gevonden betekent dat niet dat de hond er
beslist last van moet krijgen. Het is dan wel verstandig erop toe te zien dat de
hond niet te zwaar wordt en dat ook anderszins overmatige belasting van de
heupgewrichten wordt vermeden. Dit is vanzelfsprekend wel afhankelijk van de
eisen die aan de hond gesteld worden als huishond of als werkhond. In geval van
twijfel kunt u dit met uw dierenarts bespreken.
HD en
fokkerij
De
HD-beoordeling geeft uitsluitend informatie over de toestand van de
heupgewrichten van de individuele hond. Gegevens over de HD-beoordeling van
ouders, nestgenoten en nakomelingen zullen bijdragen tot een nauwkeuriger indruk
over de fokwaarde van de betreffende hond.
Het is daarom
van belang dat de rasverenigingen over alle uitslagen kunnen beschikken en dat
alle HD-foto's die gemaakt worden ook ter beoordeling aan de HD-commissie worden
voorgelegd, ook indien door de dierenarts duidelijke afwijkingen aan de
heupgewrichten worden gevonden.
Het is
wenselijk uitsluitend met HD-vrije honden te fokken, omdat dan de kans op
HD bij de nakomelingen het kleinst is. Bij rassen waarvan maar weinig honden
beschikbaar zijn en bij rassen waarin HD vaak voorkomt is dit helaas niet altijd
mogelijk.
Binnen de
rasverenigingen zullen fokkers in goed overleg met de Raad van Beheer, afdeling
GGW, kunnen vaststellen wat in het kader van HD-bestrijding voor hun ras
noodzakelijk en mogelijk is, en wat in de fokkerij ten aanzien van HD nog
verantwoord is.
*
* * * *
|