GESCHIEDENIS

EN

HERKOMST

 

 

 

 

 

      De Kuvasz is het aantrekkelijkste ras van de Hongaarse Herdershonden en de op een na grootste van de 5 herderhonden die we aantreffen in Hongarije. 

            

                      

 

De andere zijn van links naar rechts: de Komondor, de Mudi, de Puli en de Pumi. 

 

      Over de herkomst van de Kuvasz als ras is veel geschreven en weinig bewezen. De Kuvasz moet omstreeks de 12e eeuw door de Kumanen naar Hongarije zijn gebracht, later door Koning Matthias voor hofjachten op rood en zwart wild zijn gefokt. 

 

 

      Tot aan het begin van de 20e eeuw werd hij op de herten -en wildzwijnen jachten ingezet voor het opsporen en stellen van het aangeschoten wild.

 

       Men noemde dit ras oorspronkelijk Kuasz. Het word Kuvasz komt overeen met het woord "Kawacz" in het Turks en "Kawasz" in het Arabisch. Het betekent in het Turks zoiets als "bewapende veiligheidsbewaker van de Europese Gezanten en Consuls", in het Arabisch ongeveer "boogschutter".

 

      Toen dit ras, dat eerst uitsluitend door de Hongaarse adel werd gehouden, later toch in handen van de bevolking kwam, wijzigde zich de naam Kavasz in Kuvasz, de Hongaarse benaming voor bastaard.

 

      De werkelijke en belangrijkste taak van de Kuvasz was de kudde te beschermen. 

 

 

        

 

      Toen honderd jaar geleden in Hongarije de veeteelt nog bloeide, was de herdershond de hulp van de herders tegen de roofdieren die de kudden overvielen.

 

 

      

 

      Dikwijls werd de Kuvasz een prikband omgedaan met naar buiten gerichte stekels, die zijn keel tegen de beten van de wolf moesten beschermen.

 

      In de eerste helft van de 19e eeuw veranderden de omstandigheden. De rivieren werden gekanaliseerd, de moerassen drooggelegd en tot bouwland gemaakt. Landlopers en wolven, de vijanden van de veestapel, trokken zich in de bossen van het hooggebergte terug. De behoefte aan grote herdershonden nam af en de herder hield deze honden dikwijls slechts uit traditie. De Kuvasz kwam van uit de Puszta naar de dorpen en bewaakte als kettinghond de huizen. Niemand dacht aan zuiver fokken. Bij de eeuwwisseling was de Kuvasz de allergewoonste dorpsmormel geworden. Ander hondenrassen werden toen reeds met veel zorg gefokt, vooral de jachthonden, maar vrijwel niemand bekommerde zich om de mooie Hongaarse herdershonden. Het is de verdienste van enige enthousiaste hondenliefhebbers, dat deze rassen niet zijn uitgestorven.

 

      De Tweede Wereldoorlog heeft de grote herdershonden van Hongarije vrijwel geheel uitgeroeid. De mooiste en meest weerbare vonden voor het grootste deel hun einde door de machinegeweren van de soldaten aan beide kanten. Zo begon in 1945 met een gering aantal honden van geringe kwaliteit en onbekende afstamming het fokken opnieuw. In 1956 sneuvelden wederom vele hun huis grimmig verdedigende grote herdershonden door het geweervuur van de soldaten.

 

      In de zeventiger jaren groeide het Kuvaszbestand in Europa aanzienlijk terwijl het al sinds langere tijd weer behoorlijk onder vuur ligt, figuurlijk gezien. In Hongarije is het bestand eind / begin 2000 gehalveerd. Een van de reden is dat de Hongaren andere rassen prefereren terwijl in Duitsland het bestand aanzienlijk is verlaagd vanwege de hondenverordeningen die in juni 2000 zijn ingevoerd. In Nederland zijn ook het aantal nesten omlaag gegaan doordat er minder gefokt wordt. Waar dit allemaal toe zal leiden weet niemand, maar een ding is zeker. Door alle nieuwe verordeningen in Nederland en de andere landen in Europa zal de populatie van de Kuvasz zeker niet meer veel stijgen!